top of page
  • Wim Haghenbeek

HOEZO ? “LINKS” CATALAANS NATIONALISME

Bijgewerkt op: 8 mei

In tijden van rechts populisme en maatschappelijke polarisering krijgt extreemrechts in Spanje nauwelijks voet aan de grond. Dit bevestigt ook het recente onderzoek “Nothing to fear but fear itself” van de Britse denktank Demos. Van de zes landen die in het onderzoek onder de loupe worden genomen (het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Zweden, Polen en Spanje) ontsnapt enkel Spanje aan de toenemende ultrarechtse tendens die wordt gevoed door angstcultuur.


De drie gebruikelijke ingrediënten van het extreemrechtse discours zijn massale immigratie, economische crisis en wantrouwen in de traditionele politieke partijen. Hieraan voldoet Spanje helemaal. Tijdens de Spaanse luchtbel op de immobiliënmarkt tussen 2000 en 2009 ontving Spanje zowat de helft van de totale immigratie binnen de EU. De meerderheid van de nieuwkomers ging als laagopgeleide arbeidskracht aan de slag in de bouwsector. In 2007 sprong de luchtbel en veroorzaakte daardoor een diepe financiële crisis.


Bijna een decennium lang hadden de banken kwistig woninghypotheken uitgedeeld. Drie miljoen mensen verloren hun job en duizenden mensen werden uit hun huis gezet omdat ze hun hypotheek niet meer konden afbetalen. Armoede nam overal toe waardoor de kloof tussen arm en rijk in Spanje de hoogste werd van alle lidstaten van de EU. Onophoudelijke politieke corruptieschandalen vergrootten de argwaan nog meer ten opzichte van de politieke klasse, die als schuldige van de crisis werd aanzien. Waarom krijgt rechts nationalisme dan geen poot aan de grond ?


Tijdens de bijna 40 jaar Franco dictatuur exploiteerde het regime de Spaanse vlag, de nationale hymne en het concept “ééngemaakt Spanje” zodanig dat deze patriottische symbolen tot de dag van vandaag worden geassocieerd met het fascistische verleden van Spanje. Europa was toen synoniem voor modern en werelds. (Lees ook). In 1986, 11 jaar na Franco’s dood, trad Spanje toe tot de Europese Unie. Volgens de studie van Demos zijn de Spanjaarden, van de zes onderzochte landen, het minst happig om de EU te verlaten (slechts 10% is pro exit versus 25% in Frankrijk).


Spanjaarden hebben decennia lang een betere toekomst gezocht in andere Europese landen en Latijns Amerika. Pas de laatste 17 jaar kent Spanje een immigratiestroom van hoofdzakelijk Roemenen, Latijns Amerikanen, Marokkanen en Centraal Afrikanen. De eigen emigratiegeschiedenis indachtig en het feit dat de immigranten zich concentreren in slechts enkele geografische zones zorgt ervoor dat de bevolking gematigd positief staat ten opzichte van immigratie. Tot nu toe zijn er ook nauwelijks Spaanse politici betrapt op het uiten van xenofobe opmerkingen, laat staan dat er een link wordt gelegd naar een oorzakelijk verband tussen immigratie en moslimterrorisme zoals bv. Marie Le Pen wel doet in Frankrijk. Door de terreurgeschiedenis met de Basische afscheidingsbeweging ETA maken de Spanjaarden een duidelijk onderscheid tussen terrorisme en het volk waar de terroristen toe behoren. Niemand veroordeelt het hele Baskische volk voor de aanslagen van ETA.


Puyol en Xavi met de Baskische en Catalaanse vlag na de finale van de Copa del Rey tegen Athletic Bilbao in 2012


Daarnaast is Spanje ook een natie die bestaat uit verschillende naties met regionaal nationalisme, vooral in Baskenland en Catalonië. Een groot deel van de Catalaanse publieke opinie beschouwt Catalanistas (Catalaansgezinden) als links, democratisch en dynamisch en Españolistas (Spaansgezinden) als fachas (fascisten) en dominant. Tijdens de Franco dictatuur ontwikkelde zich in Spanje immers het model van het nationaal-katholicisme: een innige omarming van kerk en staat zoals in de zestiende eeuw onder de Reyes Católicos (katholieke vorsten). Alles dat dit ideaal van de eenheidsstaat kon bedreigen kreeg een subversieve stempel. Alle uitingen van de Catalaanse cultuur en taal werden als de taal van de revolutie beschouwd. Onderwijs mocht enkel nog in de eenheidstaal Spaans, Catalaanse media werden verboden, in openbare gebouwen verschenen posters met “Spanjaarden spreken Spaans” en op straat was de Guardia Civica actief: controleurs die bij het horen van Catalaans mensen dwongen om over te schakelen naar het Spaans op straf van boetes.


Als je Spanjaard bent, spreek je Spaans


Toen eind negentiende eeuw Spanje zijn laatste kolonies verloor, doken overal in Spanje regionalistische bewegingen op. Drie decennia later stemde het Spaanse parlement een nieuwe grondwet die Catalonië als een (semi-)autonome regio vastlegde met het Catalaans als tweede officiële taal naast het Spaans.  De verkiezingen van 1932 brachten een monsterzege voor de nieuwe partij Esquerra Republicana de Catalunya (ERC): de links republikeinse partij van Catalonië. In januari 1939 viel Barcelona tijdens de Burgeroorlog in handen van de troepen van Franco en verloor het zijn status van autonoom gebied. Een heleboel Catalaanse politici vluchtten in ballingschap naar, in de eerste plaats, noorderbuur Frankrijk. In 1940 leverden de Fransen de laatste minister-president van Catalonië, Lluis Companys, uit aan Franco waarna hij werd gefusilleerd.


In 2011 nam de vorige Catalaanse deelregering, onder leiding van minister-president Artur Mas, de beslissing om volledig voor de Catalaanse onafhankelijkheid te gaan wegens het aanhoudend halsstarrig weigeren van de federale regering in Madrid om met Catalonië een vergelijkbaar fiscaal model als dat van Baskenland te onderhandelen. Convergència i Unió (CiU), de partij van Artur Mas, had tot dan altijd een pragmatische kameleon-houding ingenomen i.v.m. het Catalaanse nationalisme. Het overnemen van het discours van het linkse ERC door de centrumrechtse CiU deed daarom de wenkbrauwen fronsen. Door de zware economische crisis had het Catalaanse nationalisme wind in de zeilen en kon het als rookgordijn fungeren voor de draconische besparingen van de Catalaanse regering in de publieke gezondheidszorg, onderwijs en cultuur. De politiek van de centrale regeringspartij Partido Popular, de opvolger van Franco’s partij Alianza Popular, zorgt er ook voor dat extreemrechts Spanje voorlopig blijft aarden binnen de structuur van de PP.


La Estelada, de Catalaanse onafhankelijkheidsvlag in Camp Nou



Comments


bottom of page